4reacties

Helmondse Helden: Addy Kleijngeld

logo of embleem van Helmondse HeldenGeen muziekinstrument kan de sfeer van een oude fabrieksstad beter oproepen dan een accordeon. De rapsodie op straat tijdens de spits, de dagelijkse polka in de bedrijven, de massaal gezongen kroegballade, de blues om de zoveelste dronkenschap.
Helmond hechtte aan het accordeon, want terwijl elders elektrische gitaren en drumstellen opgang maakten, beleefde de ‘hoempa trekzak’ en de ‘piano voor de armen’ hier een heuse renaissance. In dit bestek moet zeker Arie Willems uit de Heistraat worden genoemd, die als eerste conservatoriumdocent veel voor de herwaardering van het instrument heeft betekend. Maar de ware virtuoos, die ook door het grote publiek werd omarmd, was Addy Kleijngeld (1922 – 1977).
Addy had een echte kunstenaarsziel. Zijn vader dreef café Limburgia op de Zuid-Koninginnewal en bediende zichzelf dermate veelvuldig dat driftbuien steeds op de loer lagen. Addy leed zwaar onder hem, maar maakte ook telkens diens metamorfose mee. Zodra zijn vader een accordeon voorbond, werd het op slag gezellig. Een toverapparaat!

Addy Kleijngeld, HelmondMet behulp van sigarettendoosjes spaarde Addy als jongen van zes al een accordeon bij elkaar. Hij bleek een wonderkind te zijn. Op zijn achtste beleefde hij zijn debuut op de radio. Vanaf zijn tiende was hij min of meer beroepsmuzikant bij zijn vader, die ook feesten en partijen langsging. Maar vanwege diens karakter vertrok Addy zo vroeg mogelijk uit huis; hij trouwde op negentienjarige leeftijd met Annie de Bie, van wie hij altijd verrukt zou blijven.
Wonend in ’t Haagje, temidden van het ‘skoepievolk’, werd hij een heer van alle standen. Helmonders plegen nogal hard te praten, Addy fluisterde bijna en was de liefheid zelve. Aangemoedigd door de hele stad kon hij na verloop van tijd ook alles spelen: van Mozart en Bach tot schlagers en cowboyliedjes. In 1952 werd hij Nederlands kampioen. In hetzelfde jaar richtte hij het orkest Helmond AK op en een eigen accordeonschool. Vijf jaar later organiseerde hij in Helmond het wereldkampioenschap accordeonspelen. Omdat hij inmiddels ook een  platenzaak op de Noord-Koninginnewal had geopend, was hij helemaal aan de stad vastgebakken. Hij ging er ook niet graag weg. Als hij twee avonden achtereen in Groningen moest optreden, kwam hij tussendoor in zijn eigen bed slapen.
Niettemin toerde hij regelmatig, ook in het buitenland, waar men zijn instrument hoger aansloeg. Hij werkte samen met Mikis Theodorakis en Juliette Gréco. De laatste begeleidde hij tot in Brussel en zij was zo enthousiast over de fluisterende Helmonder dat ze hem vroeg mee te gaan op een trip door Canada. Maar Addy zei nee, want hij wilde zijn thuisfront niet zo lang missen. Dat de knappe chansonnière uit woede over deze reactie haar kleedkamer verbouwde, kon hem niet vermurwen.
Zijn leven veranderde diepgaand in 1961 toen hij producer werd voor CNR Records in Den Haag. Van Vader Abraham tot The Scorpions (nr. 1 met Hello, Josephine), hij lanceerde tientallen artiesten.
Een suggestie van Willy Alberti voerde hem naar Limburg, waar een negenjarige leeuwerik, zoon van een oud-mijnwerker, woonde. De jongen, Heintje, hoefde slechts enkele noten te zingen en Addy wist genoeg: een tenorstem als deze kwam eens in de tweehonderd jaar voor. Tijdenlang logeerde het nieuwe wonderkind elk weekend bij hem in Helmond, voor zangles maar ook voor les in ‘netjes Nederlands’. Op basis van een oud Italiaans deuntje schreef Addy het lied Mama, jij bent de liefste van de hele wereld, dat in 1966, toen Heintje net twaalf was geworden, op single verscheen.
Zeventig miljoen platen zou Heintje verkopen! Met name Duitsland was stapel op hem, maar ook Zuid-Afrika, Japan en Zweden. Addy probeerde zijn pupil zo eenvoudig mogelijk te laten klinken; er geen opgetuigd kindsterretje van te maken. Een knaapje dat voor zijn moeder ein Schloss bouwde en ook dikwijls aan Oma’tje lief dacht.
Na de heftige tijd met Heintje was Addy vermoeid. Maar hij had natuurlijk wel goed geboerd. Hij sloot de muziekwinkel en bouwde, overgehaald door zijn dochter, een huis in Beek en Donk. Ondertussen kampte hij met gezondheidsproblemen. Amper een jaar woonde hij op zijn nieuwe adres toen zijn hart het begaf. Zijn laatste rustplaats kreeg hij aan de Molenstraat in zijn geliefde Helmond.

Jef de Jager