5reacties

Zomerziek op zijn Helmonds

Terwijl heel Nederland, inclusief Helmond, geniet van een welverdiende vakantie, zit ik ziek thuis. Zomerziek. Niet ziek van de zomer, maar ziek in de zomer. Een keel als schuurpapier, een neus die blijft lopen, oren die toeteren, een akelig droog hoestje waarvan ik de tranen in mijn ogen krijg zo zeer dat dit doet. Een constante stroom van water drupt van mijn lijf. En toch geen koorts. Ik voel me als de naam van dat café in Bakel waar wij vroeger veel kwamen.

Het begon zondagavond met een beetje keelpijn. Gaat wel over, dacht ik toen nog. IJdele hoop. De toestand ging de dagen die volgden van kwaad naar erger tot het moment kwam om toch maar eens de huisarts te raadplegen. “U kunt vanmiddag (donderdag) terecht om 10 over half 3.” Prima! Dus ik naar het verzorgingshuis waar de huisarts sinds een paar jaar zitting heeft. Daar wachtte mij de eerste verrassing. Ik kwam niet bij de huisarts maar bij de praktijkondersteuner. Een verpleegkundige. Nou is er natuurlijk niets mis met een goed opgeleide pleeg, maar een huisarts heeft toch wel iets meer bagage in zijn opleiding meegekregen. Een beetje raar ook dat ik als onmondig mens zonder overleg naar iemand anders dan de huisarts werd doorgestuurd. Hoe staat het met de keuzevrijheid van de patiënt? Naar mijn idee geldt die ook voor het bezoek aan de huisarts! Of zou deze keuzevrijheid (vastgelegd in de zorgwet) niet binnen de Helmondse grens gelden? Zou Helmond de uitzondering op de regel zijn?

Overigens was de praktijkondersteuner alleraardigst maar zij kon voor mijn ontzettend schurende, krakende en verdraaid zere keel niets anders meegeven dan een receptje voor antibiotica. En juist daar zat ik niet om te springen. Heel de wereld wordt ziek omdat we te veel met antibioticum werken. Bacteriën lachen tegenwoordig om dit spul. Nee, wat ik wilde was een zalfje, een drankje, een pilletje, desnoods een pleister om dat Saharagevoel in mijn keel waarvan ik tranen in mijn ogen kreeg, te verzachten. Maar dat had ze niet.

Omdat een mens in zijn ellende wat moet, heb ik het recept toch maar geaccepteerd en meegenomen naar de apotheek in het zelfde gebouw. Het was er druk met wijkgenoten die zich ook noodgedwongen tot de huisartsenpraktijk hadden gewend. Aan de balie wachtte mij de derde verrassing: of ik bij de 20 pilletjes maar even E 9,54 wilde bijbetalen! Waarom, dit zit toch in het basispakket van de ziektekostenverzekeraars? Het blijkt een besluit van de minister omdat de fabrikant het spul nog maar beperkt fabriceert zodat hij de prijs lekker hoog kan houden. De minister legt heel handig een deel van de rekening bij de patiënt. Terwijl de apothekersassistente op haar blote voeten (!) gestoken in plastic slippertjes, mij voorgaat naar de kassa, neem ik vanaf de toonbank toch maar een doosje keelpijntabletjes mee. Zo’n doosje wat je zonder recept ook aan de overkant bij het Kruidvat kunt kopen.

Even later struin ik deze drogist in voor een neusspray. Liefst huismerk want dat scheelt weer. Het rek waarin dit artikel behoort te staan is leeg. Blijkbaar ben ik niet het enige Helmondse slachtoffer van de luchtwegbacterie. Dan maar neusdruppels, niet zo handig, maar wel effectief. En passant neem ik voor het zieke keeltje ook een fles mierzoete tijmsiroop mee.

Het doosje van de apotheek gaat bij thuiskomst direct in de koelkast. Want dat moest van de apotheek en ik moest ook de kuur helemaal afmaken: “Dat is heel belangrijk mevrouw!”

Een uurtje later hang ik zo beroerd als iets op de bank. De hond is net uitgelaten en die hoeft er vanavond niet meer uit. Net als ik het doosje tevoorschijn haal, is er op de televisie een of andere professor die bijna hartstochtelijk een verhaal houdt over de nadelen van antibiotica. Een kuur afmaken blijkt volgens deze mijnheer helemaal niet nodig! En ook van de bijsluiter bij het product word ik niet vrolijk. Als ik die moet geloven, zijn de bijwerkingen erger dan de kwaal. Mijn gezond Helmonds verstand zegt me dat het doosje beter ongeopend in de koelkast kan blijven.

Ik besluit mijn zomerziekte op zijn Helmonds aan te pakken. Geen flauwekul! Ik houd het bij paracetamol, keelpijnsnoepjes en drop, neusdruppels, tijmsiroop en soep, heel veel kippensoep volgens oud Helmonds recept zelf gemaakt met verse kip van Mastbroek uit de Bindersestraat. En slapen, veel slapen. Buurvrouw Ans zorgt voor mijn krullenbol op vier pootjes en ziet ook nog kans om een paar bakken ijs voor mij mee te brengen van Appie. Lekker zacht voor de keel.

Gewoon ouderwets uitzieken is de keuze die ik heb gemaakt, net als veel Helmonders die op dit moment het zelfde doormaken. Dat ik niet de enige ben is een schamele troost. Deze week dus géén column over ons prachtige Helmond.