Helmondse Helden: Leon Adriaans
Verwacht geen fijnschilders in Helmond! Iemand heeft eens geïnventariseerd hoeveel serieuze kunstenaars de stad heeft voortgebracht: meer dan honderd, maar daar zit geen fijnschilder tussen. Even typisch is dat geen van hen de eigen omgeving heeft verbeeld. Het kasteel en de Warande konden een enkeling nog inspireren, maar waar zijn de overalls, de volkscafés, de kanariepietjes? Althans picturaal pleegden Helmondse schilders vaandelvlucht; zij verkozen een leven elders, dat met een grove kwast kon worden neergezet.
Leon Adriaans (1944 – 2004) verkoos de Peel. Geboren en getogen in de huidige Pastoor van Leeuwenstraat bevond hij zich al bijna in dat voormalige moeras, en zijn vader trok hem verder derwaarts als bedrijfsleider bij de Natex in Deurne. In zijn jeugd scharrelde hij graag rond bij Peelboertjes, en raakte hij vooral gefascineerd door hun dikke paarden en petieterige akkers. Zigeuners uit Roemenië, jaarlijkse bezoekers van deze contreien, wakkerden bij hem een permanent verlangen naar aardse simpelheid aan – sophistication zei hem weinig.
Als kind tekende Leon al verwoed. Op de St. Jozefschool merkte zijn onderwijzer, Harry Crijns, dat hij voor weinig anders deugde. Gelukkig bleek hij genoeg talent te bezitten om zonder het vereiste Mulo-diploma te worden toegelaten tot de kunstacademie in ‘s-Hertogenbosch, en van hieruit begon zijn zoektocht. Op een keer maakte hij voor zijn docent een muurschildering met Belgische knollen, en hij werd ter plekke uitgeroepen tot zijn begaafdste leerling ooit. Maar de tijd was niet gunstig voor figuratieve schilders. De Cobra-beweging, een ‘historische vergissing’ aldus Leon, drensde nog na en de nieuwe popart wilde uitsluitend imponeren. Kunst, vond hij, moest het leven betrappen en diende niet esthetisch, niet mooi te zijn.Lees verder »