Jef de Jager tegen Wim Daniëls
Helmonders zijn het leukst als je hen elders treft. Opgeruimd, bescheiden, gul, oergeestig soms – je bent onmiddellijk hun bondgenoot in een boze omgeving.
In Helmond heb ik doorgaans ook prettige ontmoetingen, maar het toeval wil dat ik tegenwoordig weleens stuit op een soort DDR-figuren: allureloze, verlegen mensen met ettelijke ongerichte verwijten. Bij hen is Helmond niet de vrolijke, chaotische fabrieksstad die ik me uit mijn jeugd herinner, maar een stugge arbeidersstad. Of arbeiders? Arbeiderskinderen dan toch, want echte arbeiders zijn allang uitgestorven.
Kennelijk borrelt er onder hen nog kwaadheid over vroeger. Vreemd is dat zeker. Als je Helmond vergelijkt met andere fabriekssteden dan waren de onderlinge verhoudingen hier tamelijk harmonieus. Een bewijs voor deze stelling is makkelijk te leveren. In Twente braken voor de oorlog om de haverklap algemene stakingen uit; in Helmond niet één. Ik denk ook te weten wie dit klimaat heeft bewerkstelligd. Fabrikant Willem Prinzen – ik heb vorig jaar een boek over hem gepubliceerd – zorgde er in zijn eentje voor dat lokale conflicten zelden escaleerden en lenigde als mecenas veel individuele nood.Lees verder »