Enexis handelde onrechtmatig tov Westvoort

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt vandaag dat Enexis (landelijk netbeheerder van elektriciteits- en gasleidingen) onrechtmatig handelde tegenover het Helmondse aannemersbedrijf Westvoort. Pieter Vervoort, de eigenaar van dit bedrijf krijgt de gelegenheid nader te onderbouwen dat zijn onderneming inderdaad hierdoor failliet is gegaan. Hij eist een schadevergoeding van 26,6 miljoen euro.
Het Helmondse bedrijf hield zich bezig met infrastructureel werk en kabel-, grond- en graafwerkzaamheden en werkte sinds 2006 samen met Enexis. In april 2014 ging het bedrijf failliet. Volgens de eigenaar was dit de schuld van Enexis. Hij stelt dat Enexis plots 359 saneringsopdrachten introk, terwijl zij dit niet had mogen doen omdat Enexis deze dossiers al aan het Helmondse bedrijf had gegeven. Daarnaast verwijt de eigenaar een medewerker van Enexis dat hij onjuiste mededelingen deed. Deze medewerker voorspelde dat er de komende 2 jaar een krimp van 25% werd verwacht in ander door Enexis aan te besteden werk, terwijl Enexis in werkelijkheid verwachtte dat er sprake zou zijn van een groei van 10%. Volgens de eigenaar heeft hij op basis van dit alles faillissement voor het bedrijf aangevraagd en 130 mensen moeten ontslaan.
Enexis betwist dat zij onrechtmatig handelde en schuld had aan het faillissement van Westvoort. Zij zou alleen opdracht hebben gegeven voor 1400 saneringen die het Helmondse bedrijf al had uitgevoerd, en niet voor de 359 teruggehaalde saneringsdossiers. Het Helmondse bedrijf had er daarom niet vanuit mogen gaan dat die 359 dossiers daadwerkelijk uitgevoerd mochten worden. Verder betwist Enexis dat de medewerker een onjuiste mededeling heeft gedaan. In ieder geval had Westvoort die mededeling moeten controleren. Volgens Enexis is haar mededeling hoe dan ook niet de oorzaak van het faillissement, maar is dat faillissement de eigen schuld van het Helmondse bedrijf.
De rechtbank oordeelt dat Westvoort er niet zomaar op mocht vertrouwen dat hij het saneringswerk van alle dossiers die hij kreeg (inclusief de 359) zou mogen uitvoeren. Het bedrijf mocht wel in redelijkheid aannemen dat er veel minder werk zou komen, omdat dat uitdrukkelijk was gezegd door een medewerker die Enexis als woordvoerder had aangewezen. Die mededeling van Enexis was niet alleen in strijd met de kort daarvoor gepubliceerde jaarrekening van Enexis, waarin juist een groei van 10% was voorspeld, maar was ook onjuist. Bovendien wees het Helmondse bedrijf de medewerker erop dat zij bij een krimp van 25% haar faillissement zou moeten aanvragen. Enexis wist dus welk belang het bedrijf aan haar mededeling en de gevolgen daarvan toekende. Het doen van die onjuiste mededeling moet om die reden worden aangemerkt als onrechtmatig handelen.
De vraag die de rechtbank nu nog moet beantwoorden, is of er een causaal verband bestaat tussen het onrechtmatig handelen van Enexis en het faillissement van het Helmondse bedrijf. Om daarover te kunnen oordelen is meer informatie nodig. De rechtbank geeft eigenaar Pieter Vervoort daarom de gelegenheid met een nadere onderbouwing te komen. Hij mag inzichtelijk en aannemelijk maken dat zijn bedrijf zonder de onrechtmatige mededelingen van Enexis geen reden zou hebben gehad om haar faillissement aan te vragen en dat het faillissement ook alleen aan die mededeling is te wijten. De eigenaar krijgt hiervoor tot 10 juli de tijd. Vervolgens mag Enexis schriftelijk op die aangeleverde informatie reageren. Als er een causaal verband blijkt te bestaan, moet de rechtbank nog beslissen over de hoogte van de schade.

De volledige uitspraak van de rechtbank.