2reacties

Helmond als bakermat van de antroposofie

Sinds het spraakmakende optreden van Tommy Wieringa in hét grootste Literair Café van Nederland, Helmond dus, mag ik het begrip antroposofie wel bekend onder de lezers van de weblog veronderstellen. Wat antroposofie nu precies inhoudt kan ik u niet zeggen & schrijven, daarover is een hele bibliotheek vol geschreven. Vrij vertaald betekent antroposofie de wijsheid van het menselijk bestaan, dus dat is wel erg veelomvattend. De antroposofie als beweging en instelling is natuurlijk verbonden met de grondlegger, de Oostenrijker Rudolf Steiner (1861-1925). Ik mag u verklappen dat twee van onze drie dochters op de antroposofische middelbare school te Eindhoven, het huidige Novalis College, hebben gezeten en ze zijn daar naar mijn stellige indruk niet slechter vandaan gekomen. Maar nu de link tussen antroposofie en Helmond: die associatie ligt nu niet bepaald voor de hand.

Antroposofie wordt toch wel beschouwd als een elitaire aangelegenheid, geen begrip dat je verbindt met Helmond met zijn ‘’goei, erlik mar rauw’’ arbeidersvolk. We hebben hier dan wel sinds 1980 de Vrije School Peelland – een van de circa negentig antroposofische basisscholen in ons land – maar verder is er toch niet echt een breed gedragen antroposofische beweging in ons midden.

Nieuwkomers
XXXXXXXXXJuist de grondlegger van de antroposofie in Nederland kwam op basis van zijn jeugdjaren in Helmond tot deze nieuwe stroming waarvan hij tot aan zijn dood de verpersoonlijking bleef. We hebben het over Frederik Willem Zeylmans van Emmichoven (foto links). Zoals de naam al n bietje aangeeft: ginne echte Helmonder. Zijn grootvader, Petrus Cornelis Zeylmans van Emmichoven, was in 1857 met vrouw en drie kinderen vanuit Hoge Zwaluwe als rijksambtenaar in Helmond terecht gekomen. In Helmond kreeg het gezin nog vier kinderen. De in 1861 in Helmond geboren zoon Pieter junior was boekhouder en daarnaast actief als verzekeringsagent. In 1889 trad hij in het huwelijk met Emma Malsch. Zij was afkomstig uit de gegoede middenklasse, haar vader was roodverversbaas bij Carp. Het eerste kind van Petrus Cornelis en Emma kreeg de voornamen van zijn grootvader en vader: Petrus Cornelis. De tweede zoon die eind 1893 werd geboren, kreeg de voornamen Frederik Willem, roepnaam Willem. Hij zou dertig jaar later de grondslag leggen voor de antroposofie in Nederland.

Duister en lelijk
Willem groeide op in toenemende welvaart, die echter bruusk onderbroken werd. In 1895 werd zijn vader samen met diens zwager Ernst Hugo Malsch directeur van de Nederlandsche Cacaofabriek die een zeer succesvolle ontwikkeling kende totdat in 1908 een misinvestering de onderneming aan de rand van de afgrond bracht. De aandeelhouders, allen uit protestantse kring te Helmond, zagen geen andere mogelijkheid om de bezittingen te verkopen aan de Britse firma Turner. Exit Zeylmans van Emmichoven (zijn zwager was reeds eerder vertrokken). Willem zijn ouderlijk huis stond aan de Steenweg maar goede herinneringen aan deze buurt en Helmond in het algemeen: nee. In zijn tijdens de bezetting geschreven herinneringen (in 1993 – honderd jaar na zijn geboorte dus – uitgegeven onder de titel Mijn Kinderjaren) zijn het welhaast inktzwarte bladzijden.

Uit Mijn Kinderjaren, geschreven in de derde persoon: Waarom waren de mensen zo lelijk? In de tuin was alles mooi (…), Maar de mensen waren lelijk. Ze waren lelijk gekleed, hadden ook meestal lelijke gezichten en ledematen. Ze hoorden meestal bij de donkere dingen, bij de donkere plekken die het licht wegnemen. (…) Hij woonde in een provinciestadje waar enkele fabrieken waren. Na hun werktijd kwamen de arbeiders uit de fabrieken in grote stromen langs zijn huis. (…) Het waren mannen en vrouwen, sommige zo lelijk en mismaakt dat hij ervan schrok. Er waren ook kinderen bij, groezelig, vuil en slordig. (…) Het was een eindeloze stoet van zwoegende, tobbende mensen die bij Bender (= Willem) een onbestemd gevoel van deernis, gemengd met tegenzin opriepen. (…) Met dat lelijke overal werd het voor Bender steeds moeilijker om te leven. Hoe ouder hij werd, hoe meer hij het ontmoette.

Kleur
Is het te verklaren dat Willem uit het Helmondse duister naar het licht verlangde, bij zijn daaropvolgende vormingsjaren licht en kleur omarmde en uiteindelijk in 1923 promoveerde op het proefschrift De werking der kleuren op het gevoel? Willem had de 3-jarige HBS in Helmond nog afgemaakt om via de HBS-5 te Amsterdam aan de universiteit Leiden in 1920 af te studeren als arts. In het jaar van zijn promotie richtte hij de Rudolf Steiner Kliniek (zie foto onderaan) op en vond (in aanwezigheid van Rudolf zelf) de oprichting van de Antroposofische Vereniging plaats, waarvan Willem tot zijn dood in 1961 voorzitter bleef. Het lijkt erop dat  zijn duistere jeugdjaren Zeylmans van Emmichoven hebben geïnspireerd tot een leven gewijd aan de antroposofische beweging. Toch nog een lichtpuntje dat te danken is aan Helmond?!

onze Stadshistoricus Giel van Hooff