6reacties

Zijn tijd vooruit

Leve het internet, dat wil zeggen het handig & verstandig gebruik van het wereldwijde web. Kun je zomaar een bericht krijgen van een volslagen onbekende Aussie zoals mij overkwam in mei 2016. Zijn naam: Jon van Daal. En ja, natuurlijk was er een link met ons aller kosmopolitisch centrum Helmond. Zijn vader, Paul van Daal, had hier na de oorlog een aantal jaren een fabriekje gehad waarvan ik het bestaan al kende en waarover ik op de weblog ooit een quizvraag had gesteld. Zo was hij mij ‘op het spoor’ gekomen.

Een correspondentie volgde die qua intensiteit zeer wisselde, al naar gelang ik iets te melden had of Jon nog vragen had. Dat laatste in verband met het boek over zijn vader dat hij aan het schrijven was. Ik stel een eerbetoon aan het voorgeslacht (zeker als het vaders betreft) op prijs en ik heb daarom wat informatie aangedragen, inclusief wat vertaalwerk omdat Jon geheel en al Australiër is, er weliswaar net niet is geboren maar wel getogen. Vader Paul emigreerde in mei 1951 naar down under en paste zich aan, voertaal thuis was Engels.

Van diverse markten
De familie Van Daal stamt uit Eindhoven. Opa Kees van Daal had er begin 20e eeuw een eigen bakkerij, maar stapte al na enkele jaren over naar het transportwezen. Er kwam een kolenhandel bij en in mei 1931 ook een verhuisbedrijf. Zoon Paul trad aanvankelijk in de voetsporen van pa: ook hij zat in het verhuiswezen met zijn in 1937 gestarte Eerste Nederlandsche Complete Verhuisinrichting. In september 1940 breidde Paul zijn activiteiten uit met onder meer een stadsbesteldienst. Vervolgens was hij tijdens de bezettingsperiode een tijdlang zeer actief met interieurtextiel als tapijten en tafellopers. En in april 1944 richtte hij de meubelfabriek PAVADA (let op de naam) op, samen met zijn zwager de jurist Frans van Kemenade. Daags na de bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944 trof een Duits luchtbombardement de stad, waarbij circa 170 mensen de dood vonden en grote materiële schade ontstond. Een van de getroffen huizen was dat van Paul op de Stratumschedijk. De verwoesting van en schade aan zoveel huizen en gebouwen, het gebrek aan bouwmaterialen en aan geschoolde bouwvakkers brachten Paul op het idee om een bouwsysteem te ontwikkelen dat relatief eenvoudig en snel de grote woningnood kon verminderen.

⬆ Het bedrijfspand aan de Havenweg waar, links op de foto, een eerste ‘doos’ op de stoep staat gereed voor afvoer naar de Floralaan, 1946. Het bouwelement is donker vanwege de afwerklaag van bitumen. De aanhanger (of wagen?) erbij waarop het transport kennelijk gebeurt lijkt speciaal hiervoor ontworpen, voorzien van de benaming Daal Bouw. Op de achtergrond de torenspits van de H. Hartkerk in de Veestraat (collectie Jon van Daal)

Daalbouw
Daalbouw was geboren: een modulair bouwsysteem met als voornaamste component fabrieksmatig geproduceerde doosvormige bouwelementen van verdiepingshoogte. Deze waren samengesteld uit een staalskelet gevuld met planken van geperst stroo (zogenoemde halmplanken, water- en vuurvast in een standaardlengte van 3 m). Na plaatsing op een betonfundering werd een halfsteens muurtje om de bouwelementen heen gemetseld en bovenop kwam dan een pannendak op een kapsconstructie uit de fabriek met daarop geasfalteerde halmplanken. Het systeem trok de aandacht van de wederopbouwautoriteiten en er verscheen een artikel in het overheidsorgaan Economische Voorlichting. Eind juni 1946 was de eerste woning, aan de Floralaan te Eindhoven, klaar, het eerste pre-fabricated huis in Nederland. De modelwoning van 7,50 x 6 m was binnen zo ingericht dat ze ruimte bood voor een douche naast bijvoorbeeld drie slaapkamers. Het was een succes, zeker publicitair. Zo verscheen een groot artikel in Elseviers Weekblad en dit artikel in het Algemeen Handelsblad.

⬆ Delen van een dakconstructie en een doosskelet in aanbouw in de fabriek aan de Havenweg. Let op de fraaie buitenmuren van het bedrijfspand, de Gebrs. van Thiel wisten wel wat ze verhuurden… (collectie Jon van Daal)

Het bedrijf was formeel gevestigd in Eindhoven maar het zwartepunt van de productie verschoof al gauw naar Helmond, waar Van Daal een bedrijfshal van de Gebrs. van Thiel aan de Havenweg kon huren. Hier werden de bouwelementen geproduceerd. De naoorlogse inhaalvraag in de bouw was zo groot dat het Systeem Van Daal zich ook de eerstkomende jaren kon handhaven ondanks de stortvloed van concurrerende systemen, van monolietbouw tot demontabele Oostenrijkse woningen. Of de bij het begin beoogde productie van 20 woningen per week gehaald is, is echter zeer twijfelachtig. Een telling op basis van krantenberichten komt voor de hele bestaansperiode van het bedrijf op een totale productie van 350 woningen, waarvan er nog 242 in gebruik zijn, geen slechte score voor een min of meer tijdelijk bouwsysteem. 

De Daal-woningen vonden uit Helmond hun bestemming in heel Nederland, maar niet in Helmond zelf. Maar vanuit de Helmondse gemeenschap werd het product wel gepromoot: De Helmondse brandweer hield in september 1947 een collecte voor de slachtoffers van de Brabantse brandrampen. Naast de geldelijke opbrengst werd ook nog een Daal-woning ter beschikking gesteld, ‘een in deze tijden vorstelijk te noemen geschenk’.

Midden 1947 werden de bouwactiviteiten omgezet in een nv Maatschappij tot fabrieksmatig vervaardigen van woningen en andere gebouwen ‘Van Daal ‘s Systeem’, gevestigd te Helmond. Allengs ontwikkelde de onderneming zich tot een algemeen constructiebedrijf. Een van de laatste opdrachten betrof bijvoorbeeld een loods voor de aardappelmeelfabriek te Smilde, terwijl bijvoorbeeld ook een hal voor Petit & Fritsen is vervaardigd. Midden 1950 werd het bedrijf voortgezet onder een nieuwe naam en nv, Nationale Staalindustrie. Voor Paul van Daal was het na vijf jaar wel gedaan, het pionierswerk zat erop. Bovendien voelde hij zich met zijn jonge gezin niet veilig in Nederland met de dreigende koude oorlog. Zoals velen besloot men tot emigratie, het werd Australië. Daar wachtte hem met vrouw en drie kinderen nieuwe uitdagingen. Helmond was een kleurrijk ondernemer en een spraakmakend bedrijf armer. 

⬇ Nog bestaande Daalwoningen

Stadshistoricus Giel van Hooff