50reacties

Helmondse Helden: Willy van der Kuijlen

logo of embleem van Helmondse HeldenEr bestaan maar liefst twee biografieën over Helmonds beroemdste voetballer Willy van der Kuijlen (1946).
Skiete Willy is van Jan Winkelmolen, een fan uit Gemert. Hij meldt oneindig veel feiten uit de loopbaan van Mister PSV. Slechts zijdelings komt ook diens armoedige jeugd aan het Sassenplein aan bod. Nog tot in de jaren vijftig, aldus de schrijver, werd in die buurt met Kerstmis bij menigeen gebraden kat geserveerd. Wie zei daar dat Helmonders geen Kattenmeppers waren?
Willy was de beste is van Rob van der Zanden, oud-hoofdredacteur van het tijdschrift Johan, gewijd aan Johan Cruyff.  Dit gegeven is pikant, omdat Willy van niemand zoveel last heeft gehad als van Mister Ajax. Van der Zanden schrijft ook uitvoerig over het Brabantse minderwaardigheidscomplex waaraan zowel PSV als Willy zouden hebben geleden. Ik wil best geloven dat die club last had van zo’n complex, maar voor Willy gold dat minder, want hij bezat van huis uit een Helmonds minderwaardigheidscomplex en dat was eigenlijk over toen hij in Eindhoven werd gevraagd. Helmonds was misschien wel dat hij vanaf dat moment weinig eisen meer stelde en zijn club trouw bleef terwijl hij jarenlang zuchtte onder een trainer die hem niet lag. En misschien net zo typisch: liever dan zich na zijn actieve carrière in Amerika financieel te laten vollopen dreef hij een bescheiden sportzaak op de Markt.

Willy van der Kuijlen HelmondZijn geboortestad moet ook wel een warm nest voor hem zijn geweest. Helmond had nog nooit een sterspeler voortgebracht en als hij in Eindhoven moest voetballen, namen honderden stadgenoten dezelfde (vroege) trein als hij. Op de perrons oefenden die fans alvast in koor: ‘Willy’, of eigenlijk: ‘Oe-Willy’, want zo klonk dat in het dialect.
Ook de Eindhovenaren waren gek met hem. Zodra hij in het veld bij een actie betrokken raakte, duwden zij elkaar van opwinding zowat van de tribunes af. Hij behoorde immers tot een categorie spelers waarvan elke lichting er slechts een paar kent: geen waterdragers of behendige artiesten, maar kunstenaars, die geniale momenten afwisselen met onopvallendheid. Hij kon ontzaglijk sloom kijken en zijn frêle gestalte en ravenzwarte haar gaven hem bepaald niet het voorkomen van een matchwinner; eenmaal aan de bal echter kapte hij moeiteloos de lompste tegenstanders uit, draaide dan weg en schoot op doel. En hoe hij dat deed! Tijdens een training, zo wil het verhaal, legde hij ooit negen van de tien ballen op de lat, om zijn trefzekerheid te checken. Hij kon – met rechts of links, dat maakte niet uit – spetters produceren maar ook ballen die met zichtbaar effect door de lucht zeilden. ‘Skiete Willy’ luidde zijn bijnaam èn de aanmoediging vanuit het publiek. Nu, vijfentwintig jaar na zijn afscheid, is hij nog steeds Neêrlands topscorer aller tijden.
Het is nooit een vraag geweest of Willy al dan niet in het Nederlands elftal thuishoorde. Toch zou hij slechts twintig keer voor Oranje uitkomen en tijdens het WK van 1974, toen hij op zijn top zat, bleef hij zelfs buiten de selectie. De directe aanleiding hiervan is bekend: de al te jeugdige aanvoerder Johan Cruyff kreeg bonje met de eigenzinnige PSV-keeper Jan van Beveren en Willy verklaarde zich solidair met zijn ploegmaat. Misschien speelde bij de laatste tevens dat zijn unieke kwaliteiten onvoldoende werden erkend, maar zijn reactie duidde in elk geval op stugge trots in plaats van slijmerige nederigheid.
Biograaf Rob van der Zanden stelt echter dat als Willy ietsje meer flair had gehad, hij een wereldster zou zijn geworden. Hier laat de oud-hoofdredacteur van Johan zijn partijdigheid zien. Twijfel over de flair van iemand die zo veelvuldig en makkelijk scoorde, is misplaatst. En als hij Willy’s verbale kwaliteiten bedoelt dan mag hij zich herinneren dat Cruyff in die tijd vragen van journalisten beantwoordde in zinnetjes van vijf woorden, met ‘dus’ aan het begin en het eind. Het punt is vooral geweest dat Cruyff niemand als gelijke kon velen en het al vervelend vond als een beduidend betere schutter dan hij geregeld de aandacht trok. Veel meer dan de kleinheid van Willy zien we hier ‘dus’ de kleinheid van Cruyff, die niet voor niets met Oranje geen enkele beker heeft gewonnen.
Het kost weinig verbeeldingskracht om de finale in München totaal anders te laten verlopen.
Willy van der Kuijlen krijgt daarbij voortdurend de bal toegespeeld, van Cruyff of iemand anders, dat doet er niet toe. Willy kapt zijn mannetjes uit, hij draait en …:
‘Oe-Willy!’

Jef de Jager

In de reacties hieronder staan updates.