1reactie

’t Patronaat

Het lijkt al zo lang geleden: (over)volle kerken, pastoors die van de kansel mededeelden welke bijdragen van de boeren en andere parochianen op de pastorie verwacht werden, gelovigen die braaf in de rij wachtten op vergeving of de biecht. We maken ons soms zorgen over de macht van de moskee. Binnen de katholieke kring was er lange tijd amper of geen kritiek vanuit de beminde gelovigen. Terwijl de koeionering van de katholieken door hun geestelijke leiders soms behoorlijk fundamentalistische trekjes kende. Die overheersing van het dagelijkse leven van de katholieke kudde door hun herders kent een lange ontwikkelingsgeschiedenis. Van wieg (en nog daarvoor, de conceptie) tot aan het graf strekte de invloed van de kerk zich gedurende ongeveer een eeuw (ca 1870-1970) steeds vergaander uit over de beminde gelovigen.

De katholieke gemeenschap was ook steeds zichtbaarder in het stads- en straatbeeld. Naast alsmaar meer kerken (mét steeds grotere pastorieën) verrezen allerlei kloosters, gestichten, scholen, ziekenhuizen en andere roomse bolwerken, vaak bestemd voor bijzondere doelgroepen.

Patronaat
Een van de belangrijkste doelgroepen was de jeugd. Er kwamen katholieke onderwijsordes, maar veel meer dan lager onderwijs was voor de meeste kinderen niet weggelegd. Voor de oudere jeugd voorzag de kerk dan ook in aparte herderlijke zorg. Er kwamen voor die leeftijdsgroep – en dan vooral voor jongens – afzonderlijke organisaties die vaak ook een eigen onderkomen kregen. Zo verschenen ook in Helmond na 1900 in de verschillende parochies opeenvolgend patronaten voor het jeugdwerk, het eerst uiteraard in de oudste parochie, de Lambertus. Het uit 1906 daterende gebouw van de St. Joseph Jongelingsvereniging aan de Molenstraat staat er nog. En we hebben in onze stad, in het Haagje, nog een patronaatsgebouw dat zelfs de naam Patronaat draagt. Na een lang en bewogen bestaan krijgt het geheel gerestaureerde gebouw binnenkort een nieuwe bestemming als kleinschalig ambachtscentrum.

Hellenberg Hubar
Het gebouw van het Sint Jan Patronaat aan de Tweede Haagstraat dateert van 1930 en is een schepping van de Helmondse architect Lambert de Vries. Het is het tweede patronaatsgebouw op die plek, het eerste – uit 1928 – brandde vrijwel direct na de ingebruikname af na een huwelijksfeest. Maar het eigenlijke patronaatswerk in de parochie is nog iets ouder. In 1914 kwam er na het nodige geharrewar aan de overkant van de knaal een derde parochie in Helmond. Maar de westzijde van de stad kende twee gezichten: een elite in het groene gebied rond Steenweg richting Warande en de arbeidersbuurt in het Haagje. De kerk kwam dicht bij degenen die de bouw gesponsord hadden, de arbeiders kwamen toch wel ter kerke. Maar voor de zielzorg was het wel belangrijk om dichterbij de voornaamste doelgroep te zitten. Eind 1922 kwam de net gewijde priester Arnoldus Hellenberg Hubar als kapelaan in de O.L. Vrouwe Parochie te werken. Hij stond aan de wieg van het patronaatswerk in de parochie, genoemd naar de Bossche kathedraal waarvan Hubar een studiebeurs had ontvangen. Hubar was, met zijn ‘gullen lach en warmen handdruk’ het prototype van de betrokken herder, een soort voorloper van een jongerenwerker. In oktober 1928 kon het vijfjarig bestaansfeest van het Sint Jan Patronaat in het eigen gebouw gevierd worden, met een gemeenschappelijk ontbijt in de Patronaatszaal, gevolgd door een optocht door de straten met het eigen fanfarekorps. En ‘s avonds was er nog een feest met muziek en toneel. Die tijden en activiteiten van roomse saamhorigheid keren niet terug in het hernieuwde gebouw, toch een beetje jammer…

⬆ De belangrijke plaats die de kerk in de samenleving had blijkt wel uit het succes van de ‘crowdfundingsacties’ die plaatsvonden om de uitbouw (materieel en geestelijk) van de kerk mogelijk te maken. Het eerste patronaatsgebouw in Helmond West was al met sponsoring tot stand gekomen en amper was het ingewijd of de bouwheer, kapelaan Hellenberg Hubar, moest weer aan de bak. Voor de steunactie werden onder meer prentbriefkaarten verkocht met daarop de kapelaan te midden van zijn doelgroep staande voor het afgebrande gebouw. De actie was een succes, met veel kleingeld maar ook grote bedragen. (Collectie Giel van Hooff).

Stadshistoricus Giel van Hooff