3reacties

Lucy over saamhorigheid

Daar zit ik dan, op m’n benske, bij het Kasteel. Ik had me voorgenomen om, nu de zomervakantie eraan komt, nog één keertje flink uit te halen naar alles dat er mis is in ons mooie Helmond. Voordat ik m’n pen opberg voor de komende zonovergoten weken even lekker al die frustratie eruit te schrijven.

Over het nieuwe stadspark, dat als symbool voor de toestand van de Helmondse binnenstad als lege, kaalgeslagen vlakte erbij ligt, hopend op betere tijden.

Over die provinciale Bestuurder, die in zijn onmetelijke doch onbegrijpelijke wijsheid het bizarre snelheidsregime op de weg naar Eindhoven blijft handhaven: er staan langzamerhand meer borden langs die weg dan er op een gemiddelde vrijdagavond in alle Helmondse restaurant passeren.

Over het uitblijven van een stadion voor Helmond Sport, over de integriteit van de nieuwe raadsleden en wethouders, over…enfin, jullie kennen het rijtje intussen wel.

Maar alles, alles, lijkt ineens zo betekenisloos, zo onbelangrijk, zo nietig, als je wordt geconfronteerd met de onwerkelijke vliegramp die in de Oekraïne heeft plaatsgevonden. Tranen, woede, walging, verbazing…alle emoties schieten door je heen. Binnen een paar uur ken je iemand die iemand is verloren bij deze tragedie. Dan komt ver weg ineens wel heel dichtbij.

Ineens is bijna al het gezeik hier, over ons Helmond, zo ontzettend klein, zo ontzettend onbetekenend, zo ontzettend zeiken om het zeiken. Ook het mijne.

Ja, er is ergernis, er is frustratie, en soms ook nog wel terecht. Maar werkelijk, waar gaat het over?
Ja, er is leed, er is armoede, er is onrecht, maar kun je dit vergelijken met het verliezen van een naaste, een bekende, een dierbare?
Ieder leed zijn eigen verhaal, zijn eigen betekenis, zijn eigen impact. Ieder zijn eigen dikke ik.
Maar dit soort gebeurtenissen kerft diep in het collectieve gevoel, in het samen één zijn in verdriet en medeleven. Ook hier in Helmond. Nu is het even wij in plaats van ik. Saamhorigheid op dit soort trieste momenten komt welhaast vanzelf.

Gelukkig.

Wat zou het mooi zijn als we ook maar een beetje van die samenhorigheid, van dat meevoelen en zorgen voor elkaar, kunnen vasthouden. Ook op momenten dat daar geen trieste aanleiding voor nodig is. Gewoon, omdat dat in ons zit. Wat zou dat mooi zijn. Een mooie gedachte, een mooie droom, op een mooie zonnige zomeravond. Een gedachte om lang vast te houden.

Ik wens jullie een fijne zomer.

Vanaf ‘n benkske:
Lucy d’Uylenspiegel