Vrijspraak voor poging moord dochter

Een 28-jarige vrouw uit Helmond is zojuist vrijgesproken van de poging haar toen 8 maanden oude dochter van het leven te beroven. De vrouw liep op 20 april 2010 met de kinderwagen op het station van Helmond tussen twee sporenbanen en stond op enig moment tussen de rails terwijl er een trein naderde.
Volgens de rechtbank is er geen wettig en overtuigend bewijs dat de vrouw haar dochter om het leven wilde brengen. De rechtbank stelt dat er sprake is van een bizar feitencomplex en acht het zeer aannemelijk dat getuigen, en dan met name de machinist van de aankomende trein en een vrouw op perron 1, dachten dat het ging om een poging tot zelfmoord waarbij het kind in de kinderwagen zou worden meegenomen.
De vrouw heeft volgens de rechtbank echter van meet af aan consistent verklaard dat zij niet de bedoeling had zichzelf of haar kind van het leven te beroven, maar dat ze diep in gedachten verzonken per ongeluk tussen de spoorbanen belandde. Toen ze haar vergissing bemerkte, heeft de vrouw als eerste geprobeerd haar dochter in veiligheid te brengen door de reiswieg op het perron te zetten.
Direct na het voorval verklaarde de vrouw tegenover de machinist en de conducteur dat ze absoluut geen zelfmoord had willen plegen. Voor de verbalisanten of de medewerkers van de crisisdienst die haar hebben onderzocht was er geen aanleiding haar aan te houden of om onmiddellijk maatregelen te treffen om een nieuwe zelfmoordpoging te voorkomen. Uit politie- en getuigenverklaringen blijkt ook dat de vrouw, toen zij eenmaal op het perron was, niet in paniek, verward of merkbaar onder invloed van drank was. Ze werd een maand na het voorval aangehouden door de politie.
De rechtbank betreurt dat het openbaar ministerie de zaak niet eerder en voortvarender heeft aangebracht op de zitting. De gevolgen van de vervolging van de verdachte zijn zeer ingrijpend, niet alleen voor haarzelf, maar ook voor haar beide minderjarige kinderen.