20reacties

In Memoriam Piet Keijzer

foto: Henri van HoeckVandaag, precies 10 jaar geleden, op zondagmiddag 21 augustus 2005, werden wij gebeld toen we terug reden van aan dagtripje Duitsland. “Met Mark, heb je al het gehoord? Piet Keijzer heeft een ernstig ongeluk gehad met zijn stockcar op het circuit de Peel in Venray.” Het is niet goed.
Het werd doodstil in de auto. Dát zal toch niet waar zijn !!
Ongeloof, klam zweet, angst en tranen overmanden ons.
Rechtstreeks zijn we doorgereden naar zijn bedrijf aan de Kanaaldijk en het ergste werd keiharde werkelijkheid. Er hingen bloemstukken aan het gesloten hekwerk. Het was verdomme helemaal niet goed.

Hoe kan dat nou? Vrijdagmiddag was ik nog bij hem. Hij had me gebeld.
“Kèn de ge straks effe komme, ik heb un autooke wor wa an moet gebeure”. Is goed Piet, kom straks wel aan. We spraken een prijs af en kletsten nog wat na in zijn bijkeuken, óók over de stockcar race waar hij samen met Geert-Jan zondag in Baarlo zou gaan rijden. Zoals altijd vol trots en enthousiasme. We halen het autooke maandag wel op Piet, is ie donderdag klaar. Houdoe. “Is goed, zie je maandag wel, houdoe”. Dat waren onze laatste woorden.

Vandaag sta ik weer stil bij die verschrikkelijke gebeurtenis in 2005 en denk terug aan Piet Keijzer.
Vanaf 1977 kennen wij elkaar. We hadden een band die verder ging dan alleen zakelijk. Ik durf te stellen, Piet en ik zijn vrienden. Niemand ging met hem lachen. Maakte je kapsones op zijn terrein dan had je een probleem. Iedereen kent de verhalen. En kom niet aan zijn gezin of aan zijn dieren, dan was het raak.

Piet was zakelijk maar altijd fair en correct naar iedereen.
Zo was er eens een miscommunicatie over een groene Opel Senator.
Hoe rijdt tie Hein, vroeg ik? “Hier is de sleutel, rij d’r mar un stukske mi.”
Bij terugkomst kwam niet Hein maar Piet lachend op me af en vroeg: “Hoe rijdt tie? Goed was mijn antwoord. Oké dan weet ik dat want ik heb um krek verkocht, net voordat gij der mi ging rije”. Wat was ik kwaad, maar hij had wel gelijk…

Ik denk terug aan onze felle woordenwisseling midden in zijn showroom met een hoop volk d’r bij over het statiegeld voor een kapotte inruilmotor van een Opel Astra. We hebben het uitgepraat en het verschil gedeeld.

Ooit kocht ik een schadeauto van Piet waarvan het kenteken was ingetrokken. Bouwjaar 1992 werd gezegd. Na reparatie en het herkeuren bij de Rijksdienst van Wegverkeer bleek de auto toch een jaartje ouder. Bouwjaar 1991. Dit zou me geld gaan kosten. Terug naar Piet met het nieuwe kenteken als bewijs. “ Wa is volgens jou dè autooke nou minder waard”? Direct kreeg ik het bedrag cash in mijn hand gedrukt.

Tja en dan het voorval met mijn vrouw Hedy .
Drie volwassen Poolse kerels jaagde Piet uit zijn Mercedes met een dashboard probleem met de woorden: “kom dur mar uit, dè wordt toch niks, laat Hedy dè mar doen dan weet ik zeker dè ut goed komt. Die hi wél verstand van unne Mercedes.” Wat was ze trots…
Piet waardeerde zeer dat wij altijd samenwerkten in ons bedrijf, net zoals ook zijn Toos en Geert-Jan dat deden.

Het mooie van zaken doen met Piet, altijd kwam het goed. Wij praatten namelijk altijd alles uit en lachten er daarna over. Wij begrepen elkaar, iets wat vandaag de dag steeds minder gebeurt.
Zijn werk was zijn hobby.

Piet had ook nog een andere kant. Zijn grote liefde voor dieren, vooral honden en paarden. Heb je wel eens een hond bij hem gekocht? Ik wel!

Zo was er Nero.
Mijn gereedschap werd gejat uit ons bedrijf. D’r moest iets gebeuren en ik wist ook wel wat. Piet had unne felle Duitse herder zoals hij dat noemde . Die liet hij ’s avonds samen met enkele andere honden los op zijn terrein. D’r liep soms ‘n heel roedel. Geen man die het nog in zijn kop haalde om ’s nachts over het hek te klimmen om gratis te winkelen. Overdag lag Nero in een ouwe sloopauto en vernielde het ganse interieur als iemand te dicht bij kwam. Die auto stond soms zelfs op het parkeerterrein van zijn bedrijf ter afschrikking voor ongenode gasten.

Piet, ze hebben m’n gereedschap gejat, ik zoek unne goeie hond die nie bang is en ik bedoel d’n deze! “Nee, die doe ik nie weg, en hij is veul te gevaarlijk.” Piet wilde zijn Nero helemaal niet kwijt maar toch na een half uurtje: “goed, ge kènt um hebbe maar dan kom ik hem zelf brenge.” ’s Avonds kwam hij, de kofferbak ging open, Nero sprong eruit wild om zich heen bijtend.
“We doen het zo, ik zet hem in die paardenstal en zet er een volle emmer water bij. Het voer gooide d’r maar door de tralies bij. Als het water op is moet het gelukt zijn anders haal ik hem weer op. Betalen doen we daarna wel”. “Ut beste is eigenlijk dat ge un stuk kaas pakt en…”
Vier dagen daarna ben ik gaan betalen en er werd bij ons nooit meer ingebroken.…
Nog geen half jaar later.
“Kom us kieke wat ik voor jou heb. Unne hille skonne Mechelaar.”
’t Is goed Piet, ons vrouw zie me al wir an komme mi de volgenden hond. Ge kent ze toch, dor trapt die nie mir in. Hij had gelijk, het was een pracht beest. Kazan werd bij ons vader van 2 nesten jongen en 14 geweldige puppy’s…

Nog een laatste verhaal over Chicko, onze pony die uit de wei werd gestolen en we zelf terughaalden op de paardenmarkt in Den Bosch. Mijn dringende verzoek aan de “heren helers” om het paardje van mijn kinderen per direct terug te brengen werd snel begrepen… Piet zag dat anders. “Ge had die twee nie mer van oe erf moete late en un pak slaag moete verkaupe en dien auto en trailer hadde moete houe. Mee afwerke dien handel”. Tja, dat was het advies van Piet.

Piet,
Vandaag sta ik opnieuw stil bij wat er gebeurde op die zondag in 2005 en ben in gedachte bij je. Je kan trots zijn op Toos en Geert-Jan en alle anderen die samen met jou je bedrijf groot gemaakt hebben. Je kan trots zijn op je twee prachtige kleinzoons.
Wat zou ik nog graag met jou willen kletsen over stockcar racen al was dat niet mijn ding, over honden, paarden en alle andere dingen die wij deelden. Ik zou willen dat we de tijd terug konden draaien…

Dankjewel voor de mooie tijd die wij samen hadden.

Jean Pierre Poppeliers