20reacties

Helmondse Helden: Nol van Roessel

logo of embleem van Helmondse HeldenBijna had Helmond een beroemd auteur gehad. Of bijna? Nol van Roessel (1920 – 2001) wàs beroemd, zij het alleen in Brabant. Nol vond dat naar eigen zeggen best, waarbij een punt zal zijn geweest dat zijn voornaam hem min of meer tot de provincie veroordeelde. Een andere Brabantse schrijver, Adri van der Heijden, onttrok zich bewust aan dit lot door zich consequent A.F.Th. te noemen en bekakt Nederlands te gaan praten, alhoewel hij uit een achterbuurt in Geldrop komt. Drs. A. van Roessel bewandelde precies de omgekeerde weg. Hij werd almaar Brabantser.
Nol groeide op in Schijndel, waar zijn vader een bakkerszaak had. Het is heel lang goed met hem gegaan. Hij studeerde Nederlands in Nijmegen en Utrecht en werd leraar in Eindhoven en Hulst. In Helmond, waar hij met zes kinderen en een lieftalige vrouw neerstreek, maakte hij een vliegende start als rector van het Carolus Borromeus College èn als gemeenteraadslid. Die combinatie was teveel. Nog voor zijn vijftigste raakte hij overspannen; en daaraan danken wij een schrijver.

 Nol van Roessel, HelmondEenmaal achter zijn tikmachine moet Nol tot bezinning zijn gekomen. Als neerlandicus was hij ingevoerd in de duistere codes van de literatuur en ongetwijfeld prijkten de werken van Louis Couperus en Anton van Duinkerken in zijn boekenkast. Voorbestemd om in hun voetsporen te treden, deed hij dat niet; hij koos juist voor lectuur, waaraan liefhebbers van schone letteren de pest hebben. Wat heeft hem hiertoe bewogen? Wist hij dat katholieke auteurs in Nederland tot een randbestaan gedoemd zijn? Of voelde hij zich niet prettig tussen alle boze arbeiderskinderen die destijds de literaire hemel bestormden?
Opgeleid in het heilige geloof dat het ABN de enige norm behelsde ging hij zelfs in het dialect schrijven, – ook fonetisch, wat hem extra moeite moet hebben gekost, want daarin wordt geen onderricht gegeven. Zijn enige toegift aan het ABN was dat hij een zogeheten Algemeen Beschaafd Brabants ontwikkelde, een Brabants zonder gevloek en getier.
Als setting voor zijn verhalen bedacht hij het fictieve dorp Gineind, overeenkomstig een straat in Stiphout met die wonderlijke naam. Alsof Gineind inderdaad nooit ten einde mocht komen leefden daar nog de contente mens en zijn pronte vrouw van Antoon Coolen: goedmoedig, gelaten, devoot en trots op een introverte manier. Dit was een dubbele bezwering. Nol zelf stond, zo klein als hij was, bekend als een driftkop. En Helmond werd in die jaren van economische teruggang en stedelijk verval geteisterd door gekanker.
De contente mens begon in 1977 als rubriek op Radio Brabant. Nostalgie was toen bepaald niet in de mode, want mensen hoopten juist zo spoedig mogelijk van de geschiedenis afscheid te kunnen nemen. Maar Nol appelleerde aan een onhistorisch Brabant en dat sloeg aan. Thuis en op het werk, iedereen sprak over hem.
Vijf jaar zou zijn rubriek duren. Nol publiceerde evenzoveel verhalenbundels, die stuk voor stuk bestsellers werden, ondanks het feit dat zelfs zijn Algemeen Beschaaf Brabants soms meer met spellen dan met lezen te maken had.
Nog jaren zou Nol met zijn verhalen door de provincie trekken, samen met de zanger Ad de Laat. Hij kondigde in zekere zin het nieuwe Brabant-gevoel aan dat tegen het eind van het millennium opbloeide, en geheel in stijl werd hem als eerste het predikaat ‘Knoergoeie Brabander’ uitgereikt. De kwestie is intussen: heeft de contente mens hemzelf ook ingepalmd? Is hij met andere woorden tevreden gestorven?
Een van zijn bundels heet Geestig geloof en daarin doet hij zijn best de gevolgen van het tweede Vaticaans Concilie te aanvaarden. Van nature hoorde hij echter bij het Rijke Roomse leven van de generaties daarvoor. Afgesneden van zijn eigen wortels ligt hij ook begraven op het protestantse gedeelte van het kerkhof in de Molenstraat. Kort voor zijn dood had hij een protestants kleinkind verloren en uit solidariteit is Nol naast hem gaan liggen.
Kerkhoven zijn oases van rust, maar als je langs Nols graf loopt is het net alsof er iets trilt.

Jef de Jager

In de reacties hieronder staan 2 weblogupdates.