2reacties

Helmondse Heldinnen: To Hölscher

Menig leerlinge die in de eerste helft van de 20ste eeuw op de Mariaschool zat, noemt nu nog To Hölscher als iemand die in deze reeks besproken moet worden. Hölscher was in Helmond tussen 1916 en 1953 eerst onderwijzeres aan de Mariaschool en later (vanaf 1931) lerares aardrijkskunde, Engels en Nederlands aan de Nazareth U.L.O. Maar genoemd wordt zij omdat zij een veelgelezen en bekende Helmondse schrijfster is, die in heel Nederland bekend was. Vooral haar kinderboeken worden nog met vreugde herinnerd, zoals de serie De Zandmannetjes.

To Hölscher werd als Catharina Margaretha Clasina Hölscher geboren in Helmond op 16 januari 1898. Zij was de jongste en had twee oudere zusjes. Haar vader Pieter Christiaan Hölscher was protestant en haar moeder Maria Peskens katholiek. Zij woonden langs de Weg op den Heuvel.
Als To anderhalf jaar is overlijdt haar moeder. Na korte tijd hertrouwt haar vader met een protestantse vrouw; Geertje Davidse.
In 1903 verhuisde het gezin naar Dordrecht. Later vertelde To Hölscher dat deze jaren de mooiste van haar leven waren. Die tijd duurde tot 1907 toen haar vader overleed en haar stiefmoeder werd opgenomen. De zusjes Hölscher werden in een protestants weeshuis in Nijmegen geplaatst waar het streng en armoedig was. Het jaar daarop werden de meisjes geplaatst in een weeshuis geleid door de Zusters Van Liefde, het St. Aloysiusgesticht op de Markt in Helmond, omdat moeders familie, tantes en vooral de grootmoeder aanspraak maakten op een katholieke opvoeding voor de meisjes. Hölscher heeft deze ervaring beschreven als een gevoel van thuiskomen in het boek met haar bekeringsgeschiedenis getiteld: Eindelijk thuis.

To Hölscher, HelmondAls ze 14 is gaat To Hölscher naar de kweekschool in Schijndel. In 1916 haalde ze daar haar onderwijsakte en vervolgens werd ze meteen aangesteld als onderwijzeres op de Mariaschool in Helmond. Tussen 1916 en 1953 gaf zij les, eerst als onderwijzeres aan de Mariaschool en nadat zij de aktes Engels en Nederlands behaald had werd zij in 1931 lerares aan de Nazareth U.L.O. in Helmond. Ze gaf daar les in aardrijkskunde, Engels en Nederlands. Ze was vooral populair als lerares aardrijkskunde omdat ze erg goed kon vertellen over de reizen naar verre landen die zij samen met haar vriendin gemaakt had.
Ze ging, nadat ze als onderwijzeres was aangesteld in Helmond weer bij de zusters op de Markt wonen maar nu als z.g. pensiondame. Ze ontmoette daar haar vriendin Christine Banning met wie ze later op het terrein van het klooster ging samenwonen in een apart gebouwd huis. Er werd van Hölscher en Banning gezegd dat ze excentriek waren.To Hölscher had voor die tijd kortgeknipt ponyhaar en ze liep in ongebruikelijke kleding zoals een zwarte cape met grote zwarte hoed. Ook reed ze paard. In die tijd werd er nog vreemd aangekeken tegen een gelijkgeslachtelijke relatie, ook in Helmond. Hoewel uit een petitionnement van de Schorer Stichting in die tijd blijkt dat na Amsterdam er in Helmond de meeste handtekeningen werden opgehaald tegen een zaak die de achterstelling van homoseksuelen betrof.
Hölscher publiceerde vanaf haar 18de jaar. Ze begon met korte verhalen het Kleuterblaadje en de Roomsche Jeugd. In 1925 verscheen haar eerste boek, Hoe trotschkopje genas. Dat was meteen een groot succes.
De Hölscher-kenster Tini Söhngen-van Gotum1 zegt in Brabantse biografieën (1992): “To vond de kinderboeken in die tijd erg zalvend en onecht. Ook veel preutsheid en vooroordelen trof zij er in aan. Daarom probeerde ze met haar werk een geest van vernieuwing en verfrissing te brengen op het gebied van kinderlectuur en tevens de vorming van geest en hart te combineren met ontspanning. Ofschoon de verhalen naar hedendaagse begrippen erg moraliserend waren, bleken ze toch in de smaak te vallen, want de meeste boeken zijn vele malen herdrukt.Het steeds terugkerend motief was het harmonieuze, vaak te idealistisch voorgestelde gezin waarin veel werd gebeden en vaak naar de kerk werd gegaan. Haar boeken voorzagen duidelijk in een behoefte van katholieke opvoeders van die tijd; ze ademden de ‘Roomsche’ sfeer van toen.”
Hölscher heeft voor kinderen van verschillende leeftijden ruim honderd titels geschreven. Een titel als Toen moeder ziek was, werd door oudere meisjes veel gelezen. Met pater Romualdus OFM Cap. schreef zij een katholiek jeugdbijbel, welk werk haar ook grote bekendheid opleverde. Ook schreef zij voor volwassenen in het tijdschrift de katholieke Vrouw over opvoedkundige problemen en in de Thijm-almanak en De Gemeenschap, een literair tijdschrift onder redactie van onder anderen Anton van Duinkerken werden ook artikelen en gedichten van haar gepubliceerd. (Voor een volledig overzicht van al het werk van Hölscher raadplege men de artikelen van mevrouw Tini Söhngen-van Gotum.)

Enkele jaren na de 2de Wereldoorlog openbaarde zich bij Hölscher de ziekte kanker. Zij verzweeg dat zoveel mogelijk. Op 9 december 1953 overleed To Hölscher in Helmond aan de gevolgen van die ziekte.
Ook na haar overlijden herinneren de scholieres van toen zich haar boeken met plezier en weemoed.

Maria van de Looverbosch

__________________________________________
1 Bij de beschrijving van deze “Helmondse heldin” heb ik de informatie gebruikt die de Helmondse To Hölscher-kenster, mevrouw Tini Söhngen-van Gotum zo vriendelijk was mij te leveren. Zij heeft in de loop der jaren zo’n beetje alles wat er over To Hölscher te vertellen valt verzameld. Artikelen van haar hand over To Hölscher zijn o.m.:
– To Hölscher, haar leven, haar werk, in: Helmonds Heem, 1989, afl. 3
– To Hölscher (1898-1953) kinderboekenschrijfster, in Brabantse biografieën, onder redactie van J. van Oudheusden e.a., Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noord-Brabanders. Deel 1 (Uitgeverij Boom en Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, Amsterdam/Meppel,1992)
Ook op de internetpagina Thuis in Brabant is deze laatste tekst te lezen.