2reacties

‘Om vogeltjes, Godverdomme!’

“Het laat me niet meer los…. Met getrokken pistolen…”
Tegenover mij zit een geslagen man. Met de vuist slaat hij weemoedig op tafel terwijl hij bovenstaande nogmaals herhaalt, met klem ditmaal om zijn woorden meer kracht bij te zetten. “Sindsdien slaap ik slecht en is mijn gezondheid hard achteruit gegaan”, voegt hij eraan toe wanneer zijn holle blik mijn ogen zoekt.
“Man, Holleeder werd met een enkele politiewagen opgepikt thuis, een zwaar crimineel…. Bij mij werd de deur uit de sponning geramd door een team AIVD’ers van 27 man sterk…” hij haalt adem, zoekt naar woorden, slaat nogmaals met de vuist op tafel; “Om vogeltjes, Godverdomme!”

Het is enigszins geruisloos aan de wereld voorbij getrokken, die inval op 8 oktober vorig jaar. In de vroege ochtend stormt een kordon van 15 opsporingsbeambten van de AIVD, ondersteund door een aantal agenten van het KLPD regio Rotterdam, de woning binnen van de 69-jarige Helmonder die even later liefst 4 getrokken revolvers bijkans in het gezicht krijgt gedrukt. In dit gezelschap zijn ook de rechter commissaris en de officier van justitie aanwezig en enkel Fred Teeven zelf ontbreekt. De deur is beneden uit de sponning geramd, de slapende Helmonder kreeg niet eens de kans te ontwaken. Meer dan een jaar lang was hij actief gevolgd en werd zijn auto getraceerd door GPS. Zelf werden hij en zijn (hele) familie afgeluisterd met telefoontaps en het zou hem niet verbazen wanneer er in huis nog altijd microfoontjes aanwezig zijn. Toch was zijn arrestatie niet de grootste tik die hij te verwerken kreeg, die zou namelijk nog volgen; de inbeslagname van al zijn kweekkoppels.
Jarenlang stortte hij zich met onmetelijke toewijding op het kweken van zeldzame Nederlandse vogels. In zijn ruime volières kreeg hij het voor elkaar om elk jaar meerdere nestjes te kweken van blauwborstjes, baardmannetjes en nachtegalen. Stuk voor stuk vogeltjes die in de tuinen van moeder natuur amper nog te spotten vallen. Gevederde vrienden die bijkans niet in gevangenschap willen voortplanten kwamen onder zijn toeziend oog tot kweek. “Ik heb stoan janken, da magde gerust weten…” kijkt hij wat bedremmeld mijn kant uit.
Zijn priemende ogen verraden woede en ongeloof, zijn vuisten blijven gebald. In een eerdere zaak tegen hem werden ook al zijn kweekvogels in beslag genomen en daarvan heeft hij er niet eentje levend terug kunnen zien. Niet één vogel van vele tientallen heeft het overleefd terwijl hij alle zaken tegen zich verworpen zag. “De arrestatie haalde het nieuws, de vrijspraak nog nooit!” bromt hij meewarig.
Het gaat om vogels die hij al jarenlang verzorgde, die het aan niets ontbrak. “Hun vrijheid”, opper ik vragend. Hij knikt, ik heb gelijk. “Er zat een merel bij die in het wild 3 jaar oud wordt terwijl die van mij al 17 jaar bij ons was…” Zo benadrukt hij zijn goede zorg en verhaald hij over het feit dat deze merel al jaren niet meer zong, maar hij zo enorm aan het diertje gehecht was.
Het is een relaas dat hij met liefde en passie verteld. Die passie en dat zorgzame voor zijn vogels zie ik in alles terug. De volières zien er tiptop uit en gezang stijgt telkens weer op, ook als hij vol trots het broedende koppeltje Schramalijsters laat zien. Nee, het duurde eventjes en heel even ook was hij dermate aangeslagen door de inval dat hij geen vogels meer wenste. “Maar dit is zijn passie”, benadrukt zijn vriendin die even later aanschuift.
Ook zij werd zonder pardon opgesloten, net als haar vriend. Liefst tweeëneenhalve week lang, waarvan enige dagen ‘op beperking’. Dat laatste schijnt rigoureus te zijn; ‘op beperking’. Je wordt gescheiden van andere gedetineerden en mag met niemand contact hebben, anders dan je advocaat of het justitiële apparaat. Ik kijk verbaasd op… “Om vogels?”, vraag ik geschrokken. “Om vogels!” verzuchten de twee eensluidend. Tijdens de vorige zaak zat hij maar liefst 6 weken op beperking en dat was ten tijde van de Limburgse Nomads moorden. Deze verdachten zaten destijds op dezelfde afdeling maar mochten na enkele dagen ‘op beperking’ te hebben vertoefd alweer bij de andere gedetineerden aanschuiven, terwijl hij nog altijd was afgesloten van de wereld.
Ik ben met stomheid geslagen en hij vervolgt; “Schiet jij maar eens een roek of een reiger uit de lucht terwijl een oppasser dit gadeslaat”.
Dit kan je namelijk op een gevangenisstraf komen staan van niet minder dan 20 jaar, verneem ik aansluitend. Beide vogels prijken op een lijst met beschermde vogelsoorten die dateert uit de 60’er jaren, en deze lijst is nooit meer aangepast aan de tegenwoordige tijd. Deze vogels zijn inmiddels verantwoordelijk voor het uithalen van ontelbare nestjes jonge vogels en kleine dieren, en de reiger is mede verantwoordelijk voor het verdwijnen van de salamander in Nederlandse sloten en plassen. “Ne ploag… ze nerniele alles”, benadrukt hij geslagen.
Toch worden deze ‘rovers’ nog altijd beschermt onder een decennia oude wet en deze wet wordt een stuk strikter handhaaft dan menig actuele anti-terreur wet.
Ook dat steekt hem zo, het verschil in wetgeving. De moordende motorbende die amper straf kregen, Holleeder die word opgepikt door twee agenten met hun Polo en de minimale straffen voor moord.
Wat wil namelijk het boze toeval; Terwijl het huis in de Helmondse wijk Pronto 24/7 werd geobserveerd door rechercheurs, werd op een steenworp afstand de hoogbejaarde Mien Graveland immers op bijzonder brute wijze van het leven beroofd. Enerzijds wordt een hoogbejaarde vermoord terwijl er anderzijds recherche zit te posten voor vermeende vogelhandel. Hij wordt er stil van en loopt naar het raam in de voorkamer. “Daar woonde ze…”, hij wijst naar buiten door het raam en laat het hoofd zakken. “Onbegrijpelijk” verzucht hij.

Inderdaad, zelf ben ik ook onaangenaam verrast door deze wending in het verhaal van de vogelliefhebber die benadrukt dat het gaat om een hetze jegens zijn persoon. Dat kan volgens hem niet anders.
Op het moment dat ik een paar vragen aan hem wil stellen pakt hij mijn arm vast en duwt me zijn GSM onder mijn neus. Ik kijk naar het screenshot dat zijn zoon maakte van een persbericht van het ANP over wantrouwende fractievoorzitters die zich roeren inzake het anti-terreurbeleid. Ik lees het artikel en dan kan ik mij de frustratie meer en meer voorstellen. In het bericht zegt de oppositie zich zorgen te maken omdat de inlichtingendienst AIVD en de politie te weinig geld en manuren kunnen inzetten om het beleid uit te voeren.
Het artikel staat in schril contrast met de duizelingwekkende opsomming van onze stadsgenoot die bericht over tientallen rechercheurs en agenten die actief betrokken waren bij het onderzoek. De duizenden manuren die “wel besteedt” waren aldus een van de rechercheurs die hem ondervroeg.
Maandenlang werden hij en 4 andere verdachten gevolgd, maandenlang werden zij afgeluisterd en dan claimt de politiek dat men niet voldoende manschappen en geld tot hun beschikking heeft voor terrorismebestrijding? Ik sta perplex en even later trilt mijn GSM wanneer ik het nieuwsbericht krijg doorgestuurd. “Ik ben nie vroomser dan de Paus, mar ditte?”, zijn letterlijk zijn woorden waarmee hij afscheid neemt aan de voordeur.

Edwin van Hoof