2reacties

Taalmaatjes

Als ik het gebouw van de LEVgroep binnenga staat Siska Veldman – coördinator Vluchtelingenwerk – al in de hal op me te wachten. Zij is een van de medewerkers die zich met hart en ziel inzet voor vluchtelingen die een nieuw leven in Helmond en omgeving proberen op te bouwen. Nu ben ik geen vluchteling, toch kent ze me al een beetje: ze heeft ervaren dat ik slecht kan integreren, moeilijk een nieuwe taal leer en keer op keer ongeschreven regels overtreed. Maar daarover begint ze gelukkig niet. Siska stelt me voor aan de anderstaligen die hier zijn om samen met hun taalmaatje over Helmond te schrijven.

Even later zitten we in het lokaal waar ik eerder aan het rollenspel voor vrijwilligers bij Vluchtelingenwerk mocht deelnemen. Een rollenspel om te voelen hoe moeilijk het is als je in een onbekend land komt wonen. In dit lokaal kwam ik in een groep terecht waar vreemde woorden werden gesproken, rare gebaren gemaakt en onbegrijpelijke gebruiken bestonden. Doordat ik te veel mijn best deed om erbij te horen, faalde ik keer op keer. Woorden die ik imiteerde bleken hoogst ongepast, de gebaren net verkeerd; onbedoeld gedroeg ik me ronduit beledigend.
De nieuwe Helmonders die vandaag aan mijn verhalenworkshop deelnemen (overigens niet allemaal vluchteling) zijn duidelijk uit beter hout gesneden dan ik. Want of het nu een levensbedreigende situatie in hun thuisland was of de liefde waardoor ze naar Nederland kwamen, zij hebben zich de taal, de gewoontes en ongeschreven regels snel eigen gemaakt. Ze studeren of werken, hebben zich echte doorzetters getoond. Plaatsvervangend trots zit hun taalmaatje dan ook aan hun zijde.

Ik ben benieuwd wat het eerste opviel in Helmond.
‘Een ree en een kaketoe,’ zegt een 60-jarige man.
Ik twijfel of ik het goed heb verstaan.
‘Een ree en een kaketoe toen ik ’s ochtends door het Warandepark fietste.’
Zijn taalmaatje legt uit: ‘Hij fietst veel, zo leerde hij niet alleen Helmond kennen.’
‘Waarschijnlijk een ontsnapte kaketoe,’ zeg ik. Dan denk ik aan de vele halsbandparkieten die in de Randstad zijn neergestreken en houd verder mijn mond. Wellicht dat we hier in Brabant kaketoes krijgen, wie zal het zeggen. Hoe meer vogels, hoe meer vreugde.
Behalve een ree en een kaketoe viel verder op:
Het kasteel, dat zo tot de verbeelding spreekt dat er een geschiedenis vol hoofse liefde en bloederige moord wordt vermoed. Maar ook een gewone appelboom, ergens langs een fietspad. Als je de appeltjes opraapt word je erop aangesproken: geen geld om naar de winkel te gaan? De rust van straten in Dierdonk, zo chic dat je er niet meer wandelt, maar flaneert. Mooie natuur waar de frisse lucht dankbaar wordt ingeademd na de zwaar vervuilde lucht van een Tsjechisch industriestadje. En de terrassen en muziek langs het kanaal, die even aan het mondaine Agadir Bay in Marokko doen denken.

Deze eerste indrukken hebben zich als een bonte Helmondse deken over de herinneringen aan het thuisland gelegd. Ze dempen het ervaren geweld en verzachten het gemis van familie. Geholpen door hun taalmaatjes krijgen de verhalen deze middag vorm. Onze stad telt ongeveer 150 van deze taalvrijwilligers. Taalmaatje, na mijn workshop bij de LEVgroep vind ik het een van de betere Nederlandse begrippen. Want het is duidelijk dat het helpen verwoorden en lezen verbroedert. Tussen de duo’s lijken vriendschappen voor het leven te zijn ontstaan en in dit lokaal – waarin ik me eens zo verloren voelde – grenzeloze Helmondse geschiedenissen.

Stadsschrijver Tania Heimans


Taalmaatjes zijn er niet alleen voor vluchtelingen, maar voor alle anderstaligen en laaggeletterden in Helmond. Wil je ook een taalmaatje worden? Hier vind je meer info: www.levgroep.nl/werkenbijlev.asp