14reacties

De oude Jan

Na ruim anderhalve eeuw lijkt de voormalige Rijks Hogere Burgerschool, beter bekend als de hoofdvestiging van de Jan van Brabant, een nieuwe huisvesting op `Suytkade te krijgen. De rijksmonumentale lesgebouwen aan de Molenstraat zullen vast een goede herbestemming krijgen. Op een centrale locatie in de stad is een dergelijk pand goed te herbestemmen als appartementencomplex.

Dan zal het rumoer der leerlingen verstommen en de stilte die normaal in de klaslokalen heerste alom neerdalen. En de herinnering aan een lang en roemrucht verleden met heel wat publiek debat en bijzondere leerkrachten verstommen. Zo leidde een voorstel tot gemeentelijke subsidie voor de omzetting van de 3-jarige opleiding in een 5-jarige tot een verhit debat in de Helmondse raad in 1913. Gelukkig is de geschiedenis van de school in diverse gedenkboeken en andere publicaties vastgelegd, maar er valt natuurlijk nog meer te vertellen over bijvoorbeeld de interessante en vaak kleurrijke figuren die als docent aan de school verbonden waren.

Zonder de latere leerkrachten tekort willen doen, lijken vooral de eerste generaties in het oog te springen. In het toenmalig provinciestadje Helmond waren lieden die doorgeleerd hadden, eind 19e eeuw redelijk zeldzaam en zij brachten met hun kennis ook nieuwe inzichten over en mee die ze bij gelegenheid ook buiten de klaslokalen naar buiten brachten.
Ik ben in het gelukkige bezit van het door de HBS-leerling Dirk Spaan (1891-1966) gebruikte exemplaar van het door Dr. Horn (de Helmondse directeur van 1898-1915) gepubliceerde Leerboek der Scheikunde, de tweede druk uit 1902. Dat leerboek zou nog een lang bestaan leiden, met diverse drukken na de eerste uit 1892. In 1892 publiceerde een Helmondse docent, P.J. Bom (leraar Duits en schrijven), bij de bekende uitgever Ydo in zijn oude woonplaats Leiden zijn Curiositeiten uit de schoolwereld. Dat hij als leraar Duits dit werk vanuit het ‘Engelsch’ bewerkte, doet vermoeden dat Bom een talenknobbel had.

↑ Vooromslag van het Leerboek der scheikunde dat Horn op basis van zijn ervaringen als beginnend leraar te Helmond samenstelde aan de hand van een Duits voorbeeld. Daniël Horn (1852-1915) kwam in 1875 als vervanger aan de Helmondse HBS terecht waar hij bleef tot zijn benoeming in 1880 te Venlo. In 1898 keerde hij terug als directeur én docent. Hij zal als Israëliet mogelijk met extra verbazing de roerige schoolstrijd tussen katholieken en liberaal-protestanten bekeken hebben.

Rode invloeden
Juist in de periode dat de Helmondse HBS onder vuur ligt binnen de katholieke gemeenschap in en buiten Helmond, melden zich interessante nieuwe leerkrachten. Binnen het lerarencorps, lijkt het, heerst in het algemeen een vrijzinnige, liberaal-progressieve geest. Zo was de docent Nederlands JCL Meijer eind 19e eeuw abonnee van het weekblad van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Een andere kleurrijke, rode, figuur is Gerrit Mannoury die zich in 1906 in Helmond vestigt. Hij is een veelzijdig persoon. Naast zijn al bestaande privaatdocentschap aan de Universiteit van Amsterdam, wordt hij leraar aan de Rijks-HBS én is hij privéleraar wis- en werktuigkunde en boekhouden. Daarnaast biedt hij zijn diensten als accountant aan. Ook als schrijver is hij actief. Zo verschijnt in zijn Helmondse periode in 1907 zijn bewerking van J.H.C. Kerns Manual of Buddhism (1896) onder de titel Het Boeddhisme. Overzicht van leer en geschiedenis en in 1909 Methodologisches und Philosophisches zur Elementar-Mathematik. Daarenboven is hij – en vermoedelijk waren vooral die activiteiten voor het bevoegd gezag een bron van zorg – actief in de socialistische beweging. Sterker nog, in maart 1909 is hij een van de grondleggers van een afsplitsing van de SDAP, de meer radicale Sociaal-Democratische Partij. Mannoury blijft overigens slechts kort als leraar verbonden aan de Helmondse HBS, hij wordt na het schooljaar 1909-10 benoemd te Vlissingen.

↑ Personeel van de Rijks Hogere Burgerschool V.l.n.r.: J. Meijer (Nederlands), J. de Visser (Frans), zittend H. Steijns (directeur). Staande daarachter: conciërge C. Brouwers, dan A. Asselbergs (tekenleraar) en P. Vlaanderen (wiskunde), ca 1887 NB: Fotograaf onbekend. (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

Firmament
Enkele jaren na het vertrek van Mannoury vestigt een mogelijk nog bekendere partijgenoot van hem zich in Helmond: dr Anton Pannekoek. Deze gepromoveerde sterrenkundige die sinds 1906 in Berlijn doceerde, is bij het uitbreken van Eerste Wereldoorlog op vakantie in Nederland. Omdat hij niet kon of wilde terugkeren naar Duitsland, zoekt hij tijdelijk een baan als (wiskunde)leraar. Niet bewust maar bij toeval, mede omdat er plaatsen vrijvielen doordat er reservisten waren opgeroepen als militair, komt hij in Helmond terecht waar hij tot leraar natuurkunde, scheikunde en plant- en dierkunde (jawel, een bijna universeel geleerde) wordt benoemd. Deze benoeming duurt nog korter dan die van zijn geestverwant Mannoury, van april tot juli 1915. Of hij in deze periode licht aan de Helmondse sterrenhemel heeft kunnen brengen, is op zijn minst twijfelachtig en ook bijna onmogelijk. Een diepe indruk heeft het intermezzo op Pannekoek zelf niet gemaakt, in zijn later gepubliceerde Herinneringen wordt het leraarschap te Helmond slechts terloops gemeld.

Oud-stadshistoricus Giel van Hooff

↑ De tweede klas van de Rijks, 1907. In de middenrij onder meer Dirk Spaan. Alleen van de vrouwelijke leerlingen op de onderste rij zijn mij bijna alle namen bekend: Nelly Bierman, Lena de Graaf, Annie Kelder, Corrie Kam, Aafke Malsch en Marie van Heeswijk. (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)