Nu begrijp ik best wat de burgemeester ons hiermee duidelijk wilde maken. Het afglijden van de omgangsvormen zoals we dat in Den Haag zien gebeuren is ons inderdaad deze periode vreemd gebleven. Hoezeer we het ook met elkaar oneens waren qua politieke opvattingen, we bleven beleefd en met respect voor andermans visie. En dat we er voor moeten blijven waken dat we niet vervallen in ordinair geschreeuw moge duidelijk zijn.
Toch zou ik zelf de afgelopen vier jaar dat ik raadslid was niet willen typeren als een soort vriendschappelijke wedstrijd. Ook raadsleden kunnen zich namelijk schuldig maken aan het niet nakomen van afspraken, draaien of het hebben van een dubbele agenda. In tegenstelling tot vrienden reken ik dat raadsleden veel sterker aan omdat het belang van de stad hiermee in het geding komt. En voor het dienen van het belang van de stad zit men immers in de raad. Ikzelf opteer daarom veel meer voor een zakelijkere houding tot de andere raadsleden wat niet wegneemt dat je voor sommige van hen veel sympathie kan hebben. Maar als het er eenmaal op aankomt neemt een ieder zijn positie in zonder rekening te houden met andermans persoonlijk of partij program en ik kan u verzekeren dat de vriendschap dan soms ver te zoeken is. En nogmaals, daarvoor zijn we drie weken geleden ook niet door u voor gekozen.
1reactie