2reacties

Eindelijk!!!

Daar is hij dan Koning Winter! En hij komt niet alleen. Een flink pak sneeuw is zijn beloning voor ons lange wachten op een ‘echte winter’. Het was al voorspeld: met een snijdende oostenwind wordt het koud en krijgen we de lichte variant van een sneeuwjacht. Nederland heeft te maken met code rood en Helmond krijgt daar ook zijn deel van. Binnenblijven is het dringende advies dat massaal wordt opgevolgd. Wie er niet uit wil, heeft van tevoren gezorgd dat hij voldoende in huis heeft om de eerste week te overleven. Ik ben wat dat betreft beslist geen uitzondering. Alleen dat binnenblijven is wat moeilijker want mijn Ollie B. Bommel heeft geen boodschap aan de waarschuwingen van het KNMI. Die moet er gewoon uit om te plassen, te poepen en zijn energie kwijt te raken. Met name dat laatste is voor hem een levensbehoefte waaraan ik weer of geen weer tegemoet moet komen. Mijn kamerplanten weten daar inmiddels alles van…

Op deze eerste echte winterse dag in jaren stap ik om kwart over negen met een opgewonden standje de deur uit. Ollie heeft nog nooit sneeuw gezien en dat moet gevierd worden. Koude en wind deren hem hier. Op het omheinde uitlaatveldje bij mij om de hoek viert hij zijn feestje en rent hij van de ene naar de andere kant. Jippie! Daar sta ik dan. Drie lagen kleding en een paar moonboots (nog stammend uit een voorbije winterrijke periode) beschermen mij tegen de wind. Ik drentel een beetje heen en weer om warm te blijven maar dat valt niet mee. De stuifsneeuw plakt en op sommige plekken is er onder de sneeuw al ijsvorming. Een gevallen vrouw wil ik niet wezen, dus ieder pas die ik zet moet ik opletten.

Foto: Wim van den BroekNa een kwartier is Ollie uitgekeken op het veldje. Hij wil door want in zijn ogen valt er nu op andere plekken ook heel veel te ontdekken. Dus daar gaan we dan door de stille straten van Helmond. Op de Abdijlaan kom ik een jonge vent tegen die normaal gesproken op een damesfiets rijdt. Terwijl hij me enthousiast begroet en Ollie hem kwispelend een weerwoord geeft, zie ik dat de jongeman geen handschoenen draagt en het niet nodig vindt zijn muts op te zetten. Oké. In de Helmondselaan ligt nog iedereen in bed, denk ik. Het is daar uitgestorven. Via de Keizerin Marialaan ploeter ik door naar het kruispunt met Oostende waar ik de eerste voetgangers tegenkom. Natuurlijk met een hond die net zoals mijn Fox Terriër plezier heeft in de witte pracht. Rijdende auto’s heb ik pas ééntje gezien. Dat verbaast me niets want ondanks de niet aflatende ijver van de sneeuwploegen zijn de wegen slecht begaanbaar.

Een eind verderop, in de bocht met de Uiverlaan staat een zwart autootje met ronkende motor vast in de berm. Geslipt! Een dame stapt met open jas (!) uit en geeft de chauffeur aanwijzingen: “Een beetje naar voren, een beetje naar achteren”. De auto wil wel, maar de wielen spinnen op de gladde ondergrond. Ik zie het en denk er het mijne van. Herinneringen aan de Comedy Capers schieten door mijn hoofd. Met een beetje duwkracht van deze mevrouw zou het euvel snel worden opgelost. Ik weet niet of het duo dit snapt. Zal ik advies geven? “Nou nee, doe maar niet” lijkt Ollie te zeggen terwijl hij, zover als zijn lange lijn dat toelaat, een sprintje trekt. En hij heeft gelijk. Soms moet je mensen zelf op een oplossing laten komen.

Honderd meter verder komen we gelukkig een ander hondje met baasje tegen. De vierpotertjes kunnen even knuffelen en spelen. Dat was nodig. Dan gaat de tocht door naar huis. Als we binnenkomen is het kwart over tien. Ollie wordt droog en schoongemaakt. Mijn moonboots, jas, bodywarmer en alle extra attributen die ik aanhad, gaan naar de warme gang om te drogen. Ik heb ze straks weer nodig want dit uitlaatritueel mag ik vandaag nog drie keer herhalen. Och ja, het is eindelijk winter. Laten we er maar genieten.

Hanneke Hegeman