13reacties

Huisuitzetting

Het is een open deur dat onze maatschappij verhardt. Hoe beschaafd we in 2019 ook willen zijn, toch kom ik op straat taferelen tegen die in de 19e eeuw thuishoren. Het is bekend dat het aantal daklozen toeneemt. Ook in Helmond, waar we deze stakkers aanvankelijk nog konden opvangen in bijvoorbeeld d’n Herd of bij Het Leger des Heils. Dat dergelijke voorzieningen tegen de grens van hun capaciteit aanlopen heb ik vorig jaar al ervaren toen ik met mijn hondje door de tuinen van Kasteel Noord liep. Op de scheidingslijn tussen de groenzone van het kasteel en het lege terrein van de Kanaaldijk Noord-Oost stond iets wat op een tentje leek. Een tijdelijk onderkomen gemaakt van plastic zeil en wat kartonnen dozen. Die rommel die erbij lag leek afkomstig van een volwassen mens. Mijn eerste reactie was verontwaardiging want hoe is dit nu in Helmond mogelijk? Dit is toch mensonwaardig! Een paar weken later was de schamele huisvesting opgeruimd. Weggehaald door de politie is mij verteld.

Twee maanden geleden ben ik onaangenaam verrast door een huisuitzetting. In de Vinkenlaan, op het einde van de lange rij flats, stond een vuilniswagen half op de stoep geparkeerd. Uit het portiek kwamen mannen met huisraad die zonder pardon in de wagen werd gekwakt. Een ander woord heb ik er niet voor. Ik had zoiets nog nooit gezien. Daar werd zomaar het hele hebben en houwen van iemand vernietigd. Weg onderkomen, weg spullen.

Deze week werd ik opgeschrikt door eenzelfde tafereel, nu bij de flat aan overkant van dezelfde straat. Het ging hier nog wat lomper. Vanaf het eerste balkon zag ik een matras, een theeport, papier, glaswerk en noem maar op, verdwijnen in een grote container. Mannen in witte pakken smeten alsof het hun dagelijks werk was alles wat in de flat stond of lag in de bak. Weg ermee.

Ik wil met niemand de discussie voeren of in bovenstaande situaties sprake is van ‘eigen schuld, dikke bult’. Simpelweg omdat ik het niet weet en omdat speculeren geen enkele zin heeft. Wat wel door mijn hoofd blijft spelen is de vraag hoe we het als beschaafde Helmondse gemeenschap zover hebben laten komen. Er zijn toch voldoende professionele instanties die mensen met problemen helpen zou je denken.

Een vriend, die zich al jarenlang als vrijwilliger inzet voor mensen met financiële problemen, vertelde mij dat hij ermee stopt. Zijn enthousiasme en voldoening om mensen te helpen zijn gestand op de starheid van formele organisaties. Zelfs hij als hulpverlener heeft bij toenemende mate ervaren hoe hij met zijn cliënten van het kastje naar de muur wordt gestuurd.

De ervaringen van mijn kennis zijn niet uniek. Eelke Blokker schreef een duidelijk verhaal hoe instanties om elkaar heen draaien. Wie dit artikel leest, moet net als ik, toch tot de conclusie komen dat het anders moet. Ook in Helmond! En laten we nu niet met het vingertje naar elkaar wijzen, laten we het oplossen! Het is toch te beschamend voor woorden dat we stadsgenoten hun huis uitzetten of bijna alles wat ze hebben, moeten ontnemen. Dit past toch ook niet bij de ambities van onze stad!