2reacties

Alphons & László

De afgelopen tijden was ik regelmatig in Maarssen te vinden. Om de eenvoudige reden dat een van onze dochters daar met haar gezin woont. Met het dorp Maarssen is weinig mis. Het heeft behalve een fantastische kinderboerderij een aardige historische bebouwing langs de Vecht. Maar geen bijzondere of oude dorpskern. Ook de Heilig Hartkerk, de parochiekerk van Maarssen centrum, hier is geen echt bijzonder bouwwerk, hoewel rijksmonument. Wat haar in mijn ogen bijzonder maakt is een plaquette die herinnert aan een van pastoors van deze kerk: Alphons Ariëns (1860-1928).

De naam zal velen niets meer zeggen. Maar deze priester, onder meer betiteld als ‘apostel van de arbeiders’, heeft bij zijn leven door zijn werken een diepgaande invloed gehad op het katholieke sociale denken en doen. Dat resulteerde onder meer in een aardige nalatenschap van diverse instellingen, stichtingen en verenigingen die zijn naam dragen, terwijl heel wat straten naar hem zijn vernoemd. Zo heeft Helmond de Dr. Ariënslaan. De toevoeging Dr. in de naamgeving verwijst naar één aspect van hem: zijn geleerdheid, die onder meer blijkt uit zijn promotie op 25jarige leeftijd te Rome. Maar veel belangrijker was zijn sociale betrokkenheid waarvan hij tijdens zijn verblijf in Rome al blijk gaf en waar hij in contact kwam met de mogelijk bij de lezers meer bekende Don Bosco. De kerk in Maarssen, waar hij van 1908 tot 1926 pastoor was, bevat zowaar ook nog een Ariëns museum. Voordat onze dochter gaat verhuizen wil ik graag nog zijn graf op de RK Begraafplaats Beeresteijn in Maarssen bezoeken, mede uit respect.

Katholieke drankzuchtigen
Over Ariëns zijn sociale activiteiten valt heel wat te vertellen, maar een de belangrijkste terreinen waarop hij voortrekker was binnen de katholieke sociale beweging was de georganiseerde drankbestrijding. Zijn oproep hiertoe eind 19e eeuw vond volop weerklank, vooral bij de burgerij en zijn medegeestelijken. Het is de vraag of die weerklank even groot was in arbeiderskringen, waar de drankzucht het grootst(e probleem) was. Zijn boodschap tot strijd tegen ‘de gesel van deze eeuw’ was ook in Helmond niet aan dovemansoren gericht. Hier speelde het drankprobleem volop en waren openbare dronkenschap en stille kroegen een wijd verbreid verschijnsel. Een heel scala aan RK organisaties ontstond die, al dan niet in landelijk verband, de strijd met de drankduvel aanbonden. In Helmond was sinds 1910 een Kapucijn gevestigd, pater Ildefonsus ofwel de ‘watterpoater’, die een grote animator was van de reddingsbeweging. Met hem kwam ook het zwaartepunt van de landelijke katholieke drankbestrijding in Helmond te liggen maar kregen de plaatselijke activiteiten ook een positieve stimulans. Ildefonsus en zijn mannen (vrouwen kwamen er maar beperkt aan te pas) waren op talloze gebieden actief. Het Blauwe Sein bijvoorbeeld, het blad van de georganiseerde geheelonthouders binnen het RK Spoor- en Tramwegpersoneel, werd in Helmond gemaakt, gedrukt en uitgegeven. Dat alles vanaf 1917 vanuit een eigen gebouw, de Waterburcht Sobriëtas oftewel soberheid. Hier was ook jarenlang het Centraal Bureau ofwel landelijke kantoor gevestigd van het in 1906 opgerichte Dr. Ariënsfonds, de Vereniging tot bevordering der verpleging van katholieke drankzuchtigen in Nederland, sinds 1920 de Dr Ariënsvereniging tot bevordering en herstel van katholieke alcoholisten in Nederland. Helmond werd, dankzij Ildefonsus en zijn hulpen, een bekende naam binnen de roomse drankbestrijding, waardoor toch ook wel wat Helmond promotion plaatsvond.

Portret
Wat betreft propaganda kon de katholieke drankbestrijding natuurlijk op een lange kerkelijke traditie bogen. De boodschap werd in vele vormen verkondigd: er verschenen volop brochures en ander propagandamateriaal, er werden lezingen en spreekbeurten gehouden. Daarbij maakte de beweging ook dankbaar gebruik van nieuwe communicatietechnieken als radio. Verder gaf de Dr. Ariënsvereniging een eigen tijdschrift uit, De Barmhartige Samaritaan. De naamgever diende als een (aan)sprekend voorbeeld. Zijn dood leidde tot een extra golf van publiciteit.
De Ariënsvereniging bracht een briefkaart met zijn portret uit, een passend eerbetoon dat natuurlijk ook nog geld in de kas moest brengen. Voor het portret van de bekende voorvechter tekende een jonge kunstenaar van Hongaarse origine, Hernadi, artiestennaam van Ferenc Laszlo Hernady. Hij hanteerde een soort collagetechniek, waarbij hij een recent fotografisch portret gebruikte en voorzag van een passende ‘ondergrond’. Hoe deze kunstenaar en de Ariënsvereniging elkaar gevonden hebben, is onbekend. De in 1901 geboren schilder en tekenaar was na een opleiding in Boedapest in de jaren twintig onder meer actief te München, Parijs en Amsterdam. Zou hij voor overleg met zijn opdrachtgever in Helmond zijn geweest, kende hij Ariëns? We weten het niet. Wel weten we dat Hernadi zich na omzwervingen door Nederland in de jaren dertig een aantal jaren in Helmond verbleef. En Hernadi en Helmond zouden elkaar later weer treffen. Begin jaren vijftig werd de kunstenaar directeur van de Vrije Akademie die onze stad een tijdlang kende. Heel lang bleef deze rusteloze, die al in 1956 overleed (55 jaar oud), hier niet. Toch bijzonder….

Stadshistoricus Giel van Hooff