Helmondse Helden: Paters Kapucijnen
Willem Prinzen heeft er persoonlijk voor gezorgd dat twee bedelordes Helmond als arbeidsterrein uitkozen. Hoewel zij gratis huisvesting en voedsel kregen, zouden zij een eeuw lang de sfeer in de stad diepgaand bepalen.
De Arme Zusters Clarissen zetelden in het kloostergebouw naast de begraafplaats in de Molenstraat. Zij waren contemplatief, dat wil zeggen zij baden in afzondering en stilte voor het zielenheil van de bevolking. De enige luchthartigheid rondom hen was dat mensen die mooi weer verlangden aan de poort een worst konden afgeven, waarna de zusters voorbidding pleegden. Lekenmannen waren aan de poort niet welkom, want de zusters mochten alleen mannelijke religieuzen aankijken. Voor het overige schrééuwde het klooster op een indirecte manier menselijke zondigheid uit; en het is te hopen dat de generaties zusters achter slot en grendel een beetje gelukkig zijn geweest.
Schuin tegenover hen huisden de Kapucijnen; hun voormalige kerk is nu onderdeel van het Jan van Brabant College. Kapucijnen verschenen wel op straat, maar toonden zich als minderbroeders in materiële zin letterlijk ieders mindere. Hun ruwe pijen, ongetrimde baarden en blote voeten in sandalen illustreerden dat zij luxe en bezittingen flauwekul vonden. Zij mochten zelfs niet met geld omgaan, en een hardnekkig gerucht wilde dat zij in doodskisten sliepen om permanent op het hiernamaals voorbereid te zijn (het waren echter kribben met stro).Lees verder »